Transitievergoeding
Transitievergoeding: versoepeling van het ontslagrecht
Per 1 juli 2015 betaalt u als werkgever een transitievergoeding aan werknemers die 24 maanden of langer bij u in dienst zijn geweest (inclusief onderbrekingen van 6 maanden of korter) en waarvan het contract wordt beëindigd. Dit geldt voor overeenkomsten voor bepaalde tijd en voor onbepaalde tijd. De transitievergoeding is een versoepeling van het ontslagrecht en vervangt de kantonrechtersformule.
De hoogte van de transitievergoeding is afhankelijk van het aantal jaren dat de werknemer bij u in dienst is geweest. Voor de eerste 10 jaar bent u één derde maandsalaris* per jaar verschuldigd. Vanaf het 10e jaar bedraagt de vergoeding een half maandsalaris per jaar. De totale vergoeding is maximaal € 75.000 of gelijk aan één jaarsalaris bij een jaarloon van meer dan € 75.000.
* Naast het brutoloon bestaat een maandsalaris in het kader van de transitievergoeding uit de vakantietoeslag (8%), vaste dertiende maand, ploegentoeslag, onregelmatigheidstoeslag en structurele overwerkvergoedingen. Onkostenvergoedingen, auto van de zaak, werkgeversbijdrage zorgverzekering, werkgeversaandeel pensioenpremie en overige incidentele niet overeengekomen looncomponenten vallen niet onder de te betalen transitievergoeding.
Afwijken van de transitievergoeding
De werkgever mag een hoger bedrag dan de minimale transitievergoeding aan de werknemer uitkeren. Daarnaast kan in vaststellingsovereenkomsten worden afgesproken dat de oude kantonrechtersformule (globaal 1 maandsalaris per dienstjaar) wordt gehanteerd. Verder zijn afwijkingen alleen mogelijk wanneer het ontslag het gevolg is van zeer verwijtbaar handelen van de werknemer.
Overgangsregeling voor 50+
Voor 50+ geldt een overgangsregeling waardoor deze groep recht heeft op een hogere transitievergoeding. Voor ieder jaar dat de werknemer ouder is dan 50 jaar op de ontslagdatum en langer dan 10 jaar in dienst is, bedraagt de vergoeding 1 maandsalaris per gewerkt jaar. De totale vergoeding is maximaal € 75.000 of gelijk aan één jaarsalaris bij een jaarloon van meer dan € 75.000.
Kleine organisaties (MKB) betalen tot 2020 een lagere transitievergoeding
Bij ontslag om bedrijfseconomische redenen betalen MKB bedrijven met gemiddeld minder dan 25 werknemers in dienst een lagere transitievergoeding tot 2020. Valt u binnen deze groep organisaties, dan mag u bij het berekenen van de transitievergoeding uitgaan van een duur van het dienstverband vanaf 1 mei 2013. De dienstjaren voor die datum worden dus niet meegerekend. Een werknemer die dus 15 jaar bij u in dienst is geweest en om bedrijfseconomische redenen wordt ontslagen in mei 2017 heeft dan recht op een transitievergoeding over 4 jaar.
Verder geldt de overgangsregeling voor 50+ niet voor MKB bedrijven met gemiddeld minder dan 25 werknemers in dienst. 50+ ontvangt de reguliere transitievergoeding.
Beëindigen met wederzijds goedvinden
In het geval van een beëindigingsovereenkomst met wederzijds goedvinden is geen transitievergoeding verschuldigd. De werkgever is hier dus vrij om in overleg met de werknemer een ontslagvergoeding af te spreken.
Wanneer geen transitievergoeding
- De werknemer is zeer verwijtbaar aan het ontslag
- De werknemer is jonger dan 18 jaar en 12 uur of minder per week werkt (de periode tot de 18e verjaardag telt later ook niet mee bij het berekenen van de transitievergoeding)
- De werknemer heeft de pensioengerechtigde leeftijd bereikt
- De werkgever gaat failliet, zit in de schuldsanering of is in surseance van betaling